|
||||||||
“Virgo” is het debuut album van het trio Atzko Kohashi (pno), Tony Overwater (bs) en Angelo Verploegen (flugelhorn). De titel verwijst naar het idee dat als grondslag dient voor de muziek van het trio, namelijk dat puurheid en eenvoud voorop moet staan, hetgeen een directe verwijzing is naar Shoshin, een begrip uit het Zen-Boeddhisme dat staat voor een open houding, onbevooroordeeld, nieuwsgierig. De Japanse Kohashi is alweer geruime tijd woonachtig in Amsterdam en vandaar de samenwerking met de Nederlandse muzikanten Overwater en Verploegen. Ook geheel passend in de thematiek achter dit album is het feit dat alles analoog is opgenomen op een twee sporen taperecorder. De opnamen vonden plaats in het Muziekcentrum van de Omroep (MCO) in Hilversum met een live publiek. Het MCO is gevestigd in een radio studio (VARA) uit de jaren ’30, het beschikt over een schitterende Steinway en een voortreffelijke akoestiek. Het repertoire bestaat grotendeels uit bewerkingen van bestaande composities van diverse jazz grootheden en een nummer van Kohashi ( “A’s Blues”) en twee van de hand van Tony Overwater (“YI Jian” en “Ballad for Ché”). Het openingsnummer “The village of the virgins” van Duke Ellington tekent gelijk de sfeer van het album, intieme, serene klanken waarin de bas en de piano een symbiose aangaan waarover het warme geluid van Angelo’s flugelhorn als een warme deken wordt neergevleid. Heel bijzonder is ook de uitvoering van “Beauty and the Beast” van Wayne Shorter, helemaal teruggebracht tot de akoestische essentie. Opvallend is ook het ruime aantal composities geschreven door bassisten, natuurlijk de twee van Tony Overwater, maar ook nog twee van Charlie Haden ( “First song”en “La Passionaria”) en een van Steve Swallow (“Peau Douce”). Rest nog “Hermitage”van Pat Metheny en het titelnummer “Virgo” van Wayne Shorter. Alle “klassiekers” klinken als nieuw mede door de kleine bezetting, het ontbreken van slagwerk en ook het geluid van de flugelhorn ( zachter en warmer dan de trompet, ook een uitvinding van Adolphe Sax trouwens). “A’s Blues”van Kohashi is in tegenspraak tot de titel een lichtvoetig vrolijk stemmend nummer. “La Passionaria” stond op het album “The ballad of the fallen” van Carla Bley en Charlie Haden , het was de bijnaam van Dolores Ibárruri Gómez, een Spaanse communistische politica die een belangrijke leider was tijdens de Spaanse burgeroorlog. Het origineel is een aangrijpend muziekwerk dat al jaren behoort tot mijn favorieten, zoiets valt nauwelijks te overtreffen maar de versie op “Virgo” blinkt ook uit door de gepassioneerde uitstraling. Strijdbaar en vol passie is ook het nummer “Ballad for Ché” van Tony Overwater (niet te verwarren met “Song for Ché” van Charlie Haden) dat dit indrukwekkende album afsluit. Jan van Leersum. Zondag 2 juni zijn ze te zien en horen in het Filmhuis Oosterbeek in Arnhem, aanvang 15:00 uur.
|
||||||||
|
||||||||